KAMPIOENSCHAP
KAMPIOENSCHAP
Vandaag zorgde de zon er geregeld voor dat het prachtige Foxhill circuit, waar de organisatoren ruim twee maanden werk hadden verricht om de nodige aanpassingen aan te brengen, schitterde in al zijn schoonheid. De spoeling in het Belgische kamp was ondertussen dun geworden ; Co-piloot Jarno Steegmans liep op zaterdag een paar gebroken middenvoetbeentjes op, zodat Prümmer en Steegmans noodgedwongen de handdoek in de ring gooiden. Marvin Vanluchene, Davy Sanders en Arne Vanhamel waren aldus de drie nog resterende landgenoten die de nationale eer moesten hoog houden in Foxhill.
Bij de start gingen Hermans en van den Bogaart er van de eerste meters als een speer vandoor, en zegden al na één ronde dag met het handje tegen de concurrentie, die de tijd niet had om terug te zwaaien, want de Nederlanders verdwenen snel uit het zicht en telden na drie ronden al bijna tien seconden voorsprong op Prunier en Wilkinson, die snelle starters Sanders en Vincent al terug hadden ingerekend. Vanluchene-Musset rukten na een paar ronden op van vijf naar vier, en probeerden wanhopig hun wagonnetje aan te pikken bij Prunier en Wilkinson, wat echter niet wou lukken. Integendeel.
Onder droge maar frisse weersomstandigheden werkten de eenendertig aanwezige equipes vandaag hun kwalificatieraces af in Foxhill, in een prachtig motorcrossdecor waar in een niet eens zo ver verleden alle motorcrossgroten der aarde hun kunnen hebben vertoond. En nu, eindelijk, dus ook de sidecars . Met dank aan de organiserende Waterlooville Motorcycle Club, die de sidecars nog steeds hoog in het vaandel draagt. Er was geen Last Chance voorzien, wie aldus als zestiende finishte in groep A, was automatisch de reserverijder voor ’s zondags.
De pre-kwalificaties maakten al duidelijk dat het er hevig zou aan toe gaan, vooral in groep A, waarin Koen Hermans, Marvin Vanluchene en de Lielbardis-boys mekaar troffen. Er werd flink wat gedrumd in de eerste bocht, en daar toonden Vanluchene-Musset zich de beste in, voor Hodges-Henderson, Wijers-van Hal en de Lielbardissen. Hermans-vd Bogaart kwamen er pas als zesde uit, de Leferink-boys als achtste. In de eerste koershelft gaf Vanluchene zijn VMC-Zabel flink de sporen en tegen halfkoers telde de regerende wereldkampioen al bijna tien seconden voorsprong op Hermans en Lielbardis die waren doorgestoten naar twee en drie. Zich rijk rekenen zat er voor de koploper niet in, want een ronde later sloeg de motor even af en werd de voorsprong gereduceerd naar drie seconden. Een ronde later overkwam Koen Hermans echter hetzelfde. Lielbardis terug tweede, Hermans terug derde dus, en koploper Vanluchene terug een veilige – zo leek het – voorsprong van zeven seconden.
Zou er ooit gezijspancrosst zijn bij de - vroeger MCB - nu MCLB, federatie , als Frits Verbrugghe er niet was geweest ? Het is nog maar de vraag ! Na enkele nationale titels in het ‘tractorploegen’ , richtte Frits zijn pijlen, in navolging van zijn oudere broers, op de motorcross, bij de toenmalige pas opgerichte MCB-federatie. Frits werd kampioen in de categorie Seniors (1969) , en hielp samen met zijn broer Frans in 1972 mee aan de oprichting van de categorie sidecars. De daaropvolgende jaren combineerde de Massey Ferguson tractor verkoper en mekanieker, het solocrossen met het zijspancrossen, door simpelweg het zijspan al of niet aan zijn Greeves solomotor te bevestigen. Daarna kwam een CZ-zijspancrosser , en samen met co-piloot Luc Vandevyvere was het Oostrozebeekse duo, vooral op de zware modderomlopen, een geduchte concurrent voor de overwinning. Eind jaren ’70 hield Frits Verbrugghe het motorcrossen voor bekeken, en traden zijn zonen Wim en Bart Verbrugghe – die het tot MCB-kampioen schopten – in de voetsporen van hun vader,op een spectaculair ronkende Honda viercilinder Bold’Or motor. Ook zoon Marc begon kort daarna met zijspancrossen, en ook hij slaagde er in de kampioenentitel bij MCB binnen te halen.
De start van het WK zijspancross 2025 heeft lang op zich laten wachten, maar vanaf nu trekken ’s werelds beste sidecaristen de komende maanden terug gans Europa door om er onder elkaar uit te vechten wie de vijfenveertigste wereldkampioen wordt in de WK-geschiedenis van deze prachtige sport. Koen Hermans en Ben van den Bogaart hebben twee weken geleden in het Tsjechische Kramolin tijdens de openingsrace alvast meteen hun kaarten op tafel gegooid en ontwikkelden een tempo, waar geen enkele andere equipe kon aan tippen. De Franse Prunier-broers konden nog enigszins de schijn ophouden , wereldkampioenen Vanluchene & Musset moesten zich beperken tot de meubelen redden. En de broers Lielbardis werden, geplaagd door allerlei technische mankementen, compleet weg geblazen. Prümmer-Steegmans, Wilkinson-Millard en – compleet out of the blue – Weiss-Schneider waren de snelle stoorzenders van dienst.
Komend weekend krijgen we in Foxhill – een naam die in motorcrosskringen even hard weerklinkt als, zeg maar, de Citadel van Namen – op zaterdag reeds een Grand Prix voorgeschoteld !

In Oostkamp, bij Brugge, werd gisteren het eerste deel van het MCLB-seizoen afgesloten, waarvoor negentien sidecars kwamen opdagen. Ei zo na kregen we nog een nieuwe naam op de lijst met overwinnaars 2025, maar daar staken Bert Soetaert en Loîd Bekaert in extremis een stokje voor. De eerste manche werd in een millimeterspurt gewonnen door Soetaert en Bekaert voor Yens Delmotte en Joey Valcke. Joeri van Malderen , die opnieuw een beroep kon doen op zijn vaste maatje Toni Kramar bemoeide zich ook met de strijd voorin, maar nadat beiden even tot stilstand kwamen, was een derde plek het hoogst haalbare. Colleen van Troys was de winnares in de superspannende B-categorie, en stoof over de finish met de broers van der Voorden, Merreel-van Mol en Verstraete-Hoste aan haar achterwiel. In de herneming lieten Van Malderen en Kramar er geen gras over groeien en fietsten gezwind naar de manchezege. Dàt volstond echter net niet voor de dagzege. Tweede mannen Soetaert en Bekaert wisten op plek twee de kloof precies klein genoeg te houden om met evenveel punten als van Malderen, met de dagzege aan de haal te gaan.
In Letland wordt er op zaterdag al gezijspancrosst dit weekend. In Ape, vlakbij de Ests-Letse grens wordt er gestreden om de punten om het Lets kampioenschap. De broers Lielbardis zijn een maatje te groot in eigen land en voeren er uiteraard de tussenstand aan. Zelfde scenario in Frankrijk waar de Prunier-broers geen tegenstand dulden en ook zondag als grote favorieten starten in de vierde race om de nationale titel in Gravenchon, tussen Le Havre en Rouen, in het mooie Franse Normandië. Ook in het Italiaans kampioenschap zijspancross is het een broederpaar die er de les spelt. De broers Ivo en Ivan Lasagne zijn er untouchable, en starten zondag als favorieten in het Noord-Italiaanse Cremona, waar menig Europees zijspancrosser er ’s winters al es zijn traininingsrondjes kwam afmalen.
In het Zwitserse Hünikon (circuit gelegen in 8514 Amlikon-Bissegg) wordt er zondag gezijspancrosst om de nationale kampioenschapspunten. De sidecars rijden er hun eerste manche al om twintig voor elf in de voormiddag, Om twee uur ’s middags wordt de tweede en beslissende reeks al gereden.
In eigen land zijn de zijspancrossers te gast in het Westvlaamse Oostkamp.
Ook op zondag onderzocht onze fotograaf Braïn opnieuw elk hoekje en kantje van het circuit in Kramolin. Door de lens van zijn onverwoestbare Nikon wist hij opnieuw alles haarscherp vast te leggen. Hoe Hermans en van den Bogaart er bijvoorbeeld in beide manches – ondanks geen perfecte starts en wat oponthoud onderweg - met kop en schouders bovenuit staken. Hoe de broers Prunier en wereldkampioenen Vanluchene-Musset al meteen op achtervolgen aangewezen zijn. Hoe de Lielbardis broers al meteen nog méér op achtervolgen aangewezen zijn. Hoe Prümmer-Steegmans, vooral in de eerste reeks , hun woordje kwamen meespreken met de vier titelkandidaten. Hoe in reeks twee Benjamin Weiss en Patrick Schneider - compleet out of the blue – de vier titelkandidaten de maximumscore afhandig maakten en de race van start tot finish aanvoerden. Het was overigens eenendertig (!) jaar geleden – 1994 , Karl Fussenegger & Josef Meusburger - dat een Oostenrijks team er nog es in slaagde om een Grand Prix manche te winnen. De vreugde uitbarsting na afloop was dan ook navenant. Extra fotogalerij, by Braïn , bij de gele knop ‘Lees meer’.
Met twintig teams aan de start, hadden ze in Wontergem alvast opnieuw niet te klagen qua opkomst van onze nationale sidecaristen. Na twee weken onderbreking waren Yens Delmotte en Joey Valcke opnieuw herenigd, en dat hebben de concurrenten gemerkt, want Delmotte en Valcke zwaaiden al meteen weer met de zegebloemen op zondagavond. Heel even leek het doorgaan van deze race onzeker, toen het jeugdprogramma op zaterdag diende gestopt te worden wegens té veel stof. De mannen van MC Kweetetnie schoten meteen in actie, gingen de ganse nacht door met de sproeiwerken, en op zondag konden de MCLB-wedstrijden op een normale manier doorgang vinden.
Van Grembergen-Hoste zaten er bij de start van reeks één meteen goed bij, maar pech weerhield hen van een topklassering. Delmotte en Valcke, die enkele ronden de kat uit de boom keken, stootten onhoudbaar door naar de kop, en wonnen de heat overtuigend voor de broers Moenaert, die de jongste weken steeds meer in de frontlinie te vinden zijn. Hetzelfde kan gezegd worden van Bjorn de Schuyter en Mathis Lareu die zich onderweg vast reden in een berm, maar zich daarna nog terug knokten naar plek drie. Ook voor de mannen in vorm Bert Soetaert en Loïd Bekaert verliep de race niet vlekkeloos. Ze verzeilden in de openingsfase helemaal in de achterhoede, en moesten alle zeilen bij zetten om nog te remonteren tot op plek vier, voor de broers Mathias en Fredje van der Voorden die in een sprintje met Merreel-van Mol , de B-klasse wonnen.
Na de pauze waren de Oostenrijkers Weiss-Schneider de verrassende kopstarters van dienst , met Prümmer, Prunier, Vanluchene en Wilkinson als dichtste achtervolgers. Winnaars van heat één, Hermans-van den Bogaart kwamen pas rond plek tien uit het startgewoel. Met Lielbardis was het nog erger gesteld : In het geharrewar in de eerste bocht werd zijn achterste remschijf geruïneerd en moesten de Letse boys verder zonder achterrem. Vanluchene en Musset stootten in twee ronden door naar plek twee, en begonnen meteen te knagen aan de zes seconden achterstand die Benny Weiss reeds bijeen had gefietst. Dàt ging aanvankelijk vrij moeizaam, maar na een goeie tien minuten had de regerende wereldkampioen het gat zo goed als volledig gedicht. Ondertussen waren Hermans en van den Bogaart opgerukt naar plek vier , nà Prümmer-Steegmans, maar toen sloeg een steen de stekker van de noodstop uit het contact, waardoor ze terug twee plaatsen verloren.
Ietsje voor één uur stelden de vier topfavorieten voor de wereldtitel 2025 zich netjes naast mekaar op aan het starthek. Vanluchene die de pole-position had ging langs de binnenkant staan, en kreeg respectievelijk Hermans , Lielbardis en Prunier naast zich. De vier heren en hun respectievelijke bakkenisten werden echter een neus gezet door Tim Prümmer en Jarno Steegmans , die als eersten aan de wedstrijd begonnen. Hermans-vd Bogaart, de broederparen Leferink en Prunier en Sanders-Vincent volgden in het spoor. Vanluchene-Musset lagen op plek zes, de Lielbardis-bros op negen, net voor D. Willemsen & M. Gabor. Van Daele-vd Putten die bij de start ietsje te ver naar buiten door schoven, kwamen in de eerste ronde heel even ten val, en konden pas als negentiende hun weg vervolgen.
Vooraan stelden Hermans & van den Bogaart in de derde ronde orde op zaken, en maakten hun titelambities kenbaar. Het Hollandse duo verdrong Prümmer van de koppositie, en reed vanaf dan een eenzame race die winnend werd afgesloten. De Franse Prunier-broers namen halfkoers de tweede plek over, maar koploper Koen Hermans was toen al uit het zicht verdwenen.