KAMPIOENSCHAP
Het is niet meteen het beste seizoen voor onze Belgische sidecaristen in het wereldje der mondiale zijspancross. Voor Kim de Cock en Stijn de Vylder eindigde het seizoen al voor het goed en wel begonnen was : Nog voor het WK 2025 van start ging, liep co-piloot de Vylder een zware knieblessure op in een Nederlandse kampioenswedstrijd, werd ondertussen met succes geopereerd, en is intussen in zoverre gerevalideerd dat de blik reeds op 2026 wordt gericht. De Cock en de Vylder brachten in Strassbessenbach het heuglijke nieuws dat ze volop de batterijen aan het opladen zijn om in 2026 terug met volle goesting deel te nemen aan het WK.
Ook co-piloot Jarno Steegmans deelde reeds in de klappen dit jaar. Steegmans liep in Engeland een voetblessure op, moest enkele Grand Prix noodgedwongen aan de kant, maar is sinds Lommel opnieuw back in business. Steegmans wist vorige week in Bessenbach zelfs een tweede plek te behalen in heat twee , en miste – met zijn Duitse rijder Tim Prümmer – op een haar na het dagpodium in de Duitse Grand Prix.
Op zaterdag werd in Bessenbach ook geraced in de klasse Nationalens sidecars, waarvoor zich dertig Duitse teams aanboden. Ludwig Bareis en Marco Zaus wonnen er de beide manches, maar hadden een kwaaie klant aan Eugen en Henry Herz , die tweede werden. De broers Noah en Jannik Häcker, lid van de organiserende club in Bessenbach, hielden de lokale eer hoog door (3 + 4) derde overall te worden.
Op zondag kwamen de Kids Sidecars in de arena, waren er sterk bezette wedstrijden voor de solo open klasse, maar waren uiteraard alle ogen gericht op heat twee van deze snikhete Grand Prix. De Prunier-broers lieten zich dit keer niet verrassen en stoven als eersten heuvel op en heuvel af in het Duitse Beieren, gevolgd door Prümmer-Steegmans, Hermans-van den Bogaart die hun voorliggers onmiddellijk onder druk zetten, Wilkinson, Lielbardis, en de goed gestarte Gert Gordejev, die echter alras Benny Weiss en Dan Foden zag langs komen. Terwijl Prunier vooraan met mondjesmaat afstand namen, verloren we in de vierde ronde vooraan Hermans en van den Bogaart, die met een kapot schakelpedaal de pits in moesten voor een snelle herstelling.
In Strassbessenbach waren op zondag ook de Kids en Sidecars van de partij, in een heuse wedstrijd, met deelnemers uit o.a. Duitsland, Nederland, België, Tsjechië en Estland. De Nederlanders Winston Derksen en Kaj van den Berg waren in beide manches overduidelijk de besten – en misschien ook de grootsten – maar het resultaat was niet het hoofddoel van deze Kids dag. Es kunnen rijden op een écht Grand Prix circuit, voor een massa volk, en in heus wedstrijdformat met start aan het starthek en alles er op en er aan, maakte dat deze jongeren de dag van hun leven hadden en hopelijk op die manier definitief voor de zijspancross sport gewonnen zijn. Een tweede wedstrijd, waarna een gezamenlijk klassement wordt opgemaakt , wordt verreden in Kleinhau op 5 oktober. Van Belgische zijde zagen we het dappere optreden van de kleine broertjes Gielkens die vlotjes de gigantische Bessenbachse crossheuvel bedwongen. Miel Hendrickx – zoon van wereldkampioen Jan Hendrickx – deed dienst als co-piloot bij Joris Mulders – zoon van Frank Mulders – en streed mee voor de podiumplaatsen. Een schitterend initiatief bij MSC Strassbessenbach, waar de vele toeschouwers met volle teugen van genoten.
Eens te meer was het drukkend warm in Strassbessenbach, en dàt maakt een fysiek zware sport als zijspancross, waarvoor men dan nog es zwaar bepakt met laarzen , helm, crossbroek etc. de arena in moet, nog een tikkeltje extra zwaar. De ijs – en andere coolingjasjes waren gegeerd goed voor de start, en verschillende deelnemers namen ook een rugzakje met drank, verbonden met een slangetje naar de mond, voor onderweg mee.
De Letse Lielbardis-boys stoven als snelsten de startheuvel op , gevolgd door de luid aangemoedigde Weiss-Schneider, de Prunier-broers, Wilkinson-Millard, de Leferink-broers en Hermans-vd Bogaart. Dit zestal zonderde zich meteen af van de rest, en werd in ronde drie gereduceerd tot een vijftal toen bij Benny Weiss de noodstop uit het contact viel. Keuben-Rietman (tweede startrij) , Sanders-Vincent (geblokkeerd aan het starthek, samen de Verhees-broers) en Prümmer-Steegmans (achttiende na ronde één) , waren op achtervolgen aangewezen.
Strassbessenbach heeft de jongste jaren een abonnement op mooi weer, en ook vandaag was het opnieuw tropisch warm op en rond het circuit “Auf dem Sattel”, waar zesendertig teams zich aanboden voor de kwalificatiewedstrijden. In groep A maakten de Leferink-boys hun bedoelingen snel duidelijk door al na een halve ronde kopstarters Weiss-Schneider te verdringen en vanaf dan regelrecht op de manchezege en de vijf WK-punten af te stevenen. Luxueus was hun voorsprong echter nooit, want vooral Wilkinson-Millard die tweede werden, bleven lang druk zetten. Snelstarter Benny Weiss zag zijn derde plek in ’t gedrang komen toen iets over halfkoers Hermans-vd Bogaart overheen Prümmer-Steegmans naar vier schoven en aansloten bij de – door de Oostenrijkse fanclub fel aangemoedigde – Weiss & Schneider. Die gaven echter geen krimp, en WK-leider Koen Hermans moest zich tevreden stellen met plek vier. Prümmer en Steegmans pakten als vijfde het laatste WK-punt. Willemsen-Gabor, als vierde gestart, hielden lange tijd stand in de kopgroep, en bleven finaal als zesde net de fel aandringende Wijers-van Hal voor. De piepjonge Zwitserse broers Käser hielden het hoofd koel en werden zuiver rijdend, tiende. Hertfelder-Debruyne, als negende goed uit het openingsgewoel gekomen, vielen terug naar dertien en moesten naar de Last Chance.
In groep B waren Keuben-Rietman de snelstarters van dienst en trokken alras samen met de Lielbardis-broers in hun zog op,pad.
De jaarlijkse WK-klassieker in het prachtige Strassbessenbach, wie kent ‘m niet ! Ook dit jaar prijkt het roemrijke circuit ‘Auf dem Sattel’ , terug op de WK-kalender, als zesde wedstrijd van het seizoen, dat aldus halfweg is. Op de snelle, harde, spectaculaire baan krijgen we sowieso een nieuwe winnaar, want de winnaars van vorig jaar Vanluchene & Janssens zijn er niet bij. Vanluchene kampt nog steeds met de gevolgen van een Covid-besmetting en is momenteel nog niet in staat om aan topsport – die zijspancross toch wel is – te doen. De WK-titelstrijd lijkt zich dit jaar aldus te reduceren tot een duel Hermans-van den Bogaart versus Killian en Evan Prunier , hoewel we de Britten Wilkinson en Millard, die van kortbij op de loer liggen, zeker en vast nog niet mogen afschrijven. De Fransen zijn overigens de enige van de top drie die al een nulscore achter hun naam hebben staan (Foxhill), zoniet bevonden zij zich in de onmiddellijke nabijheid van WK-leiders Hermans en van den Bogaart. Of er ook daadwerkelijk eentje van deze drie toppers de Duitse Grand Prix zal winnen, is verre van zeker. De Leferink-broers wonnen vorig jaar al één manche in Bessenbach, en tankten onlangs in Lommel, waar ze hun allereerste Grand Prix zege behaalden, enorm veel vertrouwen.
Gisteren, 1 juli is in Duitsland Siegfried – Sigi – Müller overleden. Müller begon zijn carrière als co-piloot begin jaren zeventig aan de zijde van de Duitse topper Eugen Siegle. Eind jaren zeventig vormde Sigi Müller een team met de snelle Duitse rijder Reinhard Böhler. Bohler-Müller kenden hun gloriejaar in 1980 , het jaar dat er voor de allereerste keer een wereldkampioenschap sidecarmotorcross werd erkend door FIM. Bohler en Müller werden dat jaar zowel Duits àls wereldkampioen, en blijven dus voor eeuwig de allereerste wereldkampioenen zijspancross ooit. Een tweede wereldtitel zat er voor Bohler en Muller niet meer in , en sedertdien is er ook geen enkel Duits team meer in geslaagd om de wereldtitel te veroveren. Sigi Müller, geboren op 28 nov. 1947, werd achtenzeventig jaar. Rijder Reinhard Bohler overleed reeds in 1995.
(foto's archief en fb)
Prominent aanwezig en zowel op zaterdag als zondag reeds vroeg op pad in de Lommelse Sahara, gewapend met fototoestellen, lenzen, en uiteraard bij dergelijke temperaturen . . . het onafscheidelijke roze zonnehoedje. Dit keer beschikte onze fotograaf Braïn zelfs over een volledig overzicht van 360 graden, want hij had maar liefst twee assistenten bij die zich strategisch opstelden, zodat niets het scherpe oog van fotograaf Braïn ontglipte. En die assistenten, dàt waren niet van de minsten !
Bij onze gekende gele knop ‘Lees Meer’ , een extra fotogalerij by Braïn, over de Grand Prix én over de zaterdagse Support klasse.
Het was nog steeds drukkend warm toen ’s werelds snelste zijspancrossers zich voor de tweede keer aanmelden in het gesloten park in Lommel. Met zevenentwintig waren ze nog, en het was opnieuw meteen oranje boven na de start. Keuben-Rietman pakten de holeshot, voor Wilkinson-Millard. De Engelsen werden echter al in de eerste ronde voorbij gevlamd door de broederparen Bax en Leferink, en Hermans-vd Bogaart. Na een kwartier close racing, konden Keuben en Rietman hun voorsprong beetje per beetje uitbouwen, en leken op een zekere zege af te stevenen, tot . . . beiden bij het ingaan van de slotfase ten val kwamen en hun motor niet meer aan de praat kregen. De broers Bax , die aan een tweede plaats voldoende hadden voor de dagzege, werden zo plots leider, en konden aldus met een 1 – 1 maximale score de Grand Prix afronden. De broers Leferink volgden op slechts vier seconden als tweede.
De zon scheen ongenadig toen de dertig teams zich ietsje voor één uur opstelden achter het starthek. Daniël Willemsen en Michael Gabor pakten verrassend de kopstart, met onmiddellijk al het zware geschut achter zich aan, zijnde respectievelijk Bax-Bax , Hermans-vd Bogaart, de broers Leferink, Keuben-Rietman en de Lielbardis-boys. Willemsen en Gabor hielden drie ronden dapper stand vooraan, terwijl Hermans en van den Bogaart even kapseisden en terug vielen naar plek zes. De Bax-boys waren de eersten die helemaal buitenom Willemsen te grazen namen , gevolgd door de bijdehandse broers Leferink die het Bax maneuver perfect nabootsten. Ook Keuben-Rietman wilden de trein niet missen, zodat er alras een kopgroepje ontstond met Bax, Leferink en Keuben. Koen Hermans had de trein wel gemist, en knokte om plek vier met Wilkinson-Miljard die gaandeweg steeds betere sporen vonden voor hun linkse bak.