KAMPIOENSCHAP
Komend weekend wordt in het Duitse Rudersberg op zoek gegaan naar de vijfenveertigste wereldkampioen in de geschiedenis van de zijspancrosserij. En dàt precies in het jaar waarin onlangs de alleréérste wereldkampioen zijspancross (Siegfried Müller, wereldkampioen in 1980 met Reinhard Bohler) van ons heen ging. Nooit eerder in de geschiedenis van dit WK kondigde de finale zich zo spannend aan als dit jaar : Met drie teams binnen een marge van slechts zes punten is zondag werkelijk àlles mogelijk am Königsbronnhof , in het Duitse kanton Baden Würtemmberg.
De Franse Prunier broers, ondanks twee eerdere nulscores dit seizoen, sinds kort de onverwachte nieuwe leiders in dit WK, kunnen zorgen voor een primeur : De alleréérste Franse wereldkampioen worden in deze discipline.
Hetzelfde kan gezegd worden over Brett Wilkinson en Joe Millard : Nooit eerder werd een Engelsman wereldkampioen zijspancross.
Nederlandse wereldkampioenen zijspancross, die hadden we bij de vleet in het verleden, maar toch , . . . noorderbuur Koen Hermans, dié is het nog nooit geworden en precies hij wil nu zondag, na quasi het ganse seizoen de rode leidersplaat te hebben gevoerd, ook wel es een keer de absolute numero uno worden ! Voor co-piloot Ben-van den Bogaart, zou dit zelfs de vijfde wereldtitel worden, waarmee ie het absolute record van die illustere Letse co-piloot Artis Rasmanis zou evenaren . En , van den Bogaart maakte deze week nog bekend dat Rudersberg sowieso zijn allerlaatste Grand Prix ooit wordt, whatever happens.
De drie titelkandidaten zullen echter niet enkel met elkààr moeten rekening houden straks, want in Rudersberg liggen er nog tal van wolfijzers en schietgeweren klaar om mee af te rekenen.
Met slechts drie punten onderling verschil kozen Hermans-vd Bogaart, Wilkinson-Millard en Prunier-Prunier hun plekje achter het starthek voor de tweede en beslissende manche. Sanders-Vincent bevonden zich middenin de drie tenoren aan het starthek. De WK-tussenstand was , qua volgorde, nog steeds ongewijzigd. De onderlinge verschillen waren echter héél klein geworden, zodat de zenuwen strak gespannen stonden. Keuben en Rietman verschenen na hun doodsmak van de openingsheat, niet meer aan de start.
Opnieuw wisten Foden-Weinmann de holeshot te pakken, voor Hodges-Henderson, Prümmer-Steegmans en de Prunier-broers die flink wat haast hadden, en zich in de openingsronde al naar plek twee wisten te wringen. Net als in heat één, stootte Prunier , luid aangemoedigd, vlotjes door naar de leiding, en trok zich samen met Dan Foden los van de rest van het peloton. Prunier hield weliswaar stevig de leiding in handen, maar moest anderzijds de focus goed behouden want Foden & Weinmann waren als tweede nooit ver uit de buurt. Het was vooral ook uitkijken naar de prestaties van B. Wilkinson en K. Hermans, die verwikkeld waren in een gigantisch gevecht om plek drie, dat iets voor halfkoers kantelde in het voordeel van de Nederlanders.
Geen Brown-Grahame en geen Verhees-broers vandaag in Vesoul, waarvan bij beide equipes de bakkenist zich gisteren blesseerde tijdens de oefensessies. De broers Prunier mochten als eersten naar het starthek, met Wilkinson-Millard en Hermans-vd Bogaart in hun zog , zodat de top drie van de WK tussenstand netjes als eersten stonden opgesteld ietsje voor één uur vanmiddag.
Het waren verrassend Dan Foden en zijn Duitse bijrijder Noah Weinmann die de kopstart pakten, voor de Pruniers, Hodges-Henderson, Prümmer-Steegmans, Wilkinson-Millard en de Lielbardis-boys. WK-leiders Hermans-vd Bogaart gingen als achtste de wei in.
In het gedrum in de eerste bocht werden Sanders-Vincent naar buiten gedrukt, kwamen in de afsluitingen terecht en konden pas als laatste, met een ingedeukte uitlaat en een halve ronde achterstand aan hun race beginnen.
Vooraan zonderden Foden en Prunier zich al snel af van de rest, en in de derde ronde namen de Fransen, onder luid gejoel, de koppositie over. Foden gaf zich echter niet zomaar gewonnen, en bleef de eerste koershelft aan het achterwiel van de Franse koplopers kleven.
Op een tiental seconden volgden ondertussen Wilkinson en Lielbardis die in een hevig duel verwikkeld zaten met plek drie als inzet.
Een lekkere Indian Summer in Vesoul, waar thuisrijders Kilian en Evan Prunier kunnen rekenen op flink wat vocale en ludieke ondersteuning. Als de Franse broers nog een waterkansje op de wereldtitel willen behouden, rest hen slechts één opdracht in Vesoul : alles winnen wat er te winnen valt. En daar zijn ze vandaag alvast vol enthousiasme mee begonnen. Na een knalstart schreven de Pruniers vlotjes de eerste kwalirace op hun naam. Hermans-van den Bogaart , die niet per sé meer hoeven te winnen, moesten eerst over snelstarters Hodges-Henderson en Willemsen-Gabor, en fietsten dan vlot controlerend naar plek twee. Voor Sanders en Vincent was het ‘werkendag’. In tegenstelling tot de vorige Grand Prix, draaide dit keer hun start volledig in de soep en moesten ze zich vanaf een elfde plek terug naar voor knokken. Die klus werd met verve geklaard want het Belgisch-Nederlandse koppel wist zich alsnog een derde plek toe te eigenen, weliswaar ver buiten het gezichtsveld van de twee koplopers.
Komend weekend staat in het Franse Vesoul , aan de rand van de Franse Vogezen, de voorlaatste race om het wereldkampioenschap zijspancross 2025 op de rol. Zowel in 2014 als in 2018 kleurde Vesoul al de finale van het WK. In 2014 legden Adriaenssen-van den Bogaart er de basis voor hun tweede wereldtitel, die ze de week erna in Rudersberg definitief veilig stelden. In 2018 pakten Vanluchene en van den Bogaart de wereldtitel in Vesoul. Noch Ben Adriaenssen, noch Marvin Vanluchene zijn er bij komende zondag in Frankrijk. Wie er wèl nog bij is, is Ben van den Bogaart en voor hèm kan het voor de derde keer prijs zijn, straks in het gezellige Franse stadje.
Van den Bogaart leidt momenteel de WK-tussenstand, aan boord bij Koen Hermans en heeft 17 punten voorsprong op de Engelsman Brett Wilkinson en vijfentwintig op de thuisrijdende Prunier-broers. Een mes dat aan twee kanten kan snijden. Als àlles meezit kunnen Hermans en van den Bogaart zondagavond doodleuk al tot wereldkampioen worden gekroond in Frankrijk. Als het tégen zit, staat er twee weken later nog een spannende WK-finale te wachten in Duitsland.
Op 27 en 28 september vindt in het Nederlandse Heerde de Sidecarcross of Nations plaats. Verschillende landen maakten de samenstelling van hun team reeds bekend, en dat is nu ook gebeurd bij team Belgium, al had dit wel wat voeten in de aarde. Met Marvin Vanluchene, Davy Sanders en Jason Van Daele leek team Belgium aanvankelijk opnieuw met een dreamteam aan de start te kunnen verschijnen , maar nu is gebleken dat dit toch iets te optimistisch ingeschat was. Zowel Van Daele als Vanluchene kregen de afgelopen week van hun behandelende artsen géén groen licht om binnen enkele weken terug aan competitiesport op het hoogste niveau te gaan doen, waarna de teamleiding van team Belgium in spoedberaad bijeen kwam. De omkadering van team Belgium is dit jaar trouwens in handen van managers Wim Verbrugghe en Michel Vanhauwe, geassisteerd door hun directie assistente Caroline Baetens. Davy Sanders (met Jens Vincent) blijft trouw op post als vaste waarde binnen team Belgium, maar voor onze twee geblesseerden moesten noodgedwongen vervangers gezocht én gevonden worden.
Tegen de tweede manche kleurde de lucht opnieuw hemelsblauw boven Madona, en schoten Wilkinson-Millard er als een raket vandoor, gevolgd door Lielbardis en Sanders-Vincent die de eerste ronde op de dubbele passage verrast werden door van de Lagemaat-Musset die door stootten naar drie. Keuben-Rietman begonnen als vijfde, Wijers-van Hal als zesde. De Leferink-broers kenden al op het startveld motorproblemen (schakelproblemen) en reden meteen stapvoets terug richting rennerspark.
Lielbardis wist wat hem te doen stond, rolde na een halve ronde koplopers Wilkinson-Millard op en muisde er meteen vanonder. Toen Keuben-Rietman na drie ronden konden oprukken naar twee, hadden de Letten een kloof geslagen van acht seconden, en dat kregen de Nederlandse hardrijders niet meer gedicht. In de tweede koershelft liepen de Lielbardis-broers onder een oorverdovend gejoel van duizenden enthousiaste fans nog verder uit en staken de reeks – en dagzege op zak.
Keuben-Rietman werden tweede en dat werd ook hun plaats op het dagpodium.
Net voor de – mooiste die we al te zien kregen dit jaar – rijdersvoorstelling hield het op met regenen en verscheen de zon terug vanachter de wolken.De quads kregen de weinig benijdenswaardige opdracht om tijdens hun openingsheat het overtollige water van de baan te rijden, en tegen dat de sidecars zich opstelden was de baan al flink opgedroogd. Met Lielbardis, Wilkinson en Keuben op de beste startposities, en Hermans-van den Bogaart die vanaf rij twee moesten starten, was de spanning te snijden. Vele duizenden toeschouwers waren toegestrommd en schaarden zich vanzelfsprekend luidkeels achter hun plaatselijke helden, de Lielbardis-tweeling.
Bij het vallen van het starthek kozen Keuben & Rietman het hazenpad, op de hielen gevolgd door Lielbardis, Leferink, Prunier, Wilkinson, Sanders en Wijers. Hermans en van den Bogaart hadden zich na één ronde al naar plek dertien geworsteld, en zaten daarmee alweer tussen de mensen. Pruniers hoop op puntengewin tegenover de WK-leiders werd de grond in geboord in ronde drie, toen de ontsteking het begaf en de motor niet meer aan de praat te krijgen was. Hiermee moesten de Fransen hun tweede nul van het seizoen incasseren, en daarmee kun je – in een seizoen van slechts negen Grand Prix – waarschijnlijk geen wereldkampioen worden .
Met zevenentwintig aanwezige equipes, diende er geen Last Chance verreden te worden in Madona, waar de organisatoren al maanden aan het werk waren en een prachtige, tot in de puntjes verzorgde, WK-organisatie aanboden. Er woedde vrijdagnacht een hevig onweer boven Madona, en dat zorgde er voor dat de baan er aanvankelijk vrij zwaar bij lag.
Eerste verrassingen van de dag : Geen Weiss-Schneider en Prümmer-Steegmans bij de deelnemers. Davy Sanders was , als laatste der Mohikanen, de enige nog resterende Belgische deelnemer in dit WK. Tegen de middag dreef de zon de wolken weg boven de Madona en kwam de prachtige heuvelachtige baan er in al zijn glorie bij te liggen.
Ook het publiek had ondertussen in groten getale de weg naar het circuit al gevonden.
Sanders-Vincent waren in groep A de eerste kopstarters van de dag , maar dat was met Hermans-vd Bogaart en de thuisrijdende Lielbardis-boys in het spoor niet meteen een luxepositie. Hermans-vd Bogaart namen algauw de kop over, leken vlot op de zege af te stevenen, maar moesten na drie ronden aan de kant met een kapotte achtervering.
Komend weekend gaat het WK 2025 zijn eindfase in, met de Grand Prix van Letland, waarna in september enkel nog Vesoul (F ) en Rudersberg (D ) volgen.
In het Letse Madona krijgen de WK-deelnemers een totaal nieuwe omloop voorgeschoteld. Nooit eerder werd in Madona, gelegen zo’n honderdvijftig kilometer oostwaarts van de hoofdstad Riga, een WK-wedstrijd verreden. Madona is de thuisbasis van de Letse ex vice-wereldkampioenen Janis en Lauris Daiders, en huidige WK-rijders Daniels en Bruno Lielbardis.
De Lielbardis-tweeling, nog altijd maar negentien jaar jong, gaat er uiteraard als topfavoriet van start voor eigen volk. Doordat zij zo goed als uitgeteld zijn voor de wereldtitel 2025, kunnen ze zonder druk aan hun thuisrace beginnen, en verder op jacht gaan naar hun eerste GP-zege in 2025.
De andere topfavorieten zijn de huidige WK-leiders Koen Hermans en Ben van den Bogaart , die in Letland een zandomloop krijgen voorgeschoteld, die hen zeker moet liggen.