UPDATE GP KRAMOLIN (CZ ) : REEKS 1

Amper twee  uur na het af vlaggen  de ochtendlijke kwalificatietrainingen moesten de rijders én hun machines al klaar zijn voor de start van reeks één. Er kwam  flink wat kunst – en vliegwerk bij kijken voor de mekaniekers , om de motoren tijdig terug tiptop in orde te krijgen. Vlak voor de start passeerde er een flinke plensbui over Kramolin, die het circuit meteen herschiep in een glibberige bruine modderpiste. De twee trainingssnelsten, Benjamin Weiss en Koen Hermans,beleefden weinig plezier aan hun goeie startpositie.  Weiss-Schneider verzeilden meteen in de achtergrond en hielden het na vier ronden voor gezien. Hermans-van den Bogaart – als kersverse WK-leiders voor de gelegenheid getooid in een spiksplinternieuw  hagelwit crosspak – bleven terplekke staan toen het starthek viel, en moesten van helemaal achteraan aan de mudrace beginnen. Prümmer-Lebreton pakten nog maar eens de kopstart, voor Sanders-Steegmans, Vanluchene-Janssens en de Prunier-broers. 

En daar kwam de rest van de race eigenlijk geen verandering meer in.  Prümmer-Lebreton konden een kleine voorsprong van zo’n vijftien seconden bijeen fietsen, en daarachter volgde algauw een achtervolgende groep, aangevoerd door de Belgen Davy Sanders en Marvin Vanluchene, met aan hun achterwiel de broederparen Prunier, Lielbardis en Leferink. Deze vijf equipes bevonden zich constant binnen een marge van amper tien seconden, maar Sanders & Steegmans beschikten over stalen zenuwen, en gaven geen krimp.  Ze bolden dan ook dolgelukiig als tweede over de meet, van nabij gevolgd door Vanluchene-Janssens, en de families Prunier, Lielbardis en Leferink die de ganse race afwerkten op een spreekwoordelijke zakdoek.

Na dit groepje namen Van Daele-van der Putten halfkoers de maat van Gordejev-Nitsoo, en Van Werven-van de Wiel,en finishten zo opnieuw knap zevende.  Wijers-van Hal werden tiende,Willemsen-Vincent elfde. Punten waren er nog voor Wisselink-Debruyne (zestiende) en Hoormann-Schlinnertz (twintigste) WK-leiders Hermans-van den Bogaart waren druk bezig aan een felle inhaalrace  ,toen hun motor er na zeven ronden definitief mee ophield (versnellingsbak kapot).  Wilkinson-Millard trokken, na een slechte start,al na vijf ronden terug richting rennerspark.