KAMPIOENSCHAP
KAMPIOENSCHAP
KAMPIOENSCHAP
E. BOLLHALDER EN K. BUSSER : WERELDKAMPIOEN NUMMER DRIE !
2020 ,het had zo’n mooi jubileumjaar moeten worden voor de zijspancross-sport . Veertig jaar wereldkampioenschap zijspancross ! Men was er in Rudersberg (D) al lang mee bezig om eind september ,t.g.v.de WK-finale aldaar, deze mijlpaal niet onopgemerkt te laten voorbij gaan. Helaas , de realiteit draaide helemaal anders uit. In plaats van een feestelijk jaar, werd het zelfs een jaar zonder wereldkampîoenschap ! Toch willen we bij www.sidecarcross.be deze mijlpaal in de mooiste sport op aarde, niet zomaar laten voorbij gaan. Veertig jaar wereldkampioenen. Eerder dit jaar belichtten we reeds de allereerste wereldkampioenen R. Bohler – S. Müller (1980) en T. van Heugten – F. Kiggen (1981). Vanaf 1982 drukten de Zwitsers zwaar hun stempel op dit wereldkampioenschap. Niet verwonderlijk overigens . Van 1971 tot 1979 werd aanvankelijk gestreden om het FIM European Championship, en in die negen jaar,gingen maar liefst zeven titels naar Zwitserland,met Robert Grogg (vijf titels) als grootste slokop. Grogg zou er echter , vanaf 1980 dus,niét in slagen om een ‘echte wereldtitel’ te bemachtigen. De eerste Zwitserse wereldtitel ging , zowel in 1982 àls 1983 naar Emil Bollhalder, op een linkse EML- viertakt tweecilinder Yamaha.
Emil Bollhalder begon zijn internationale zijspancrosscarrière in 1974,en was in de seventies één van de smaakmakers in het toenmalige Europese kampioenschap, dat vooral werd beheerst door andere Zwitserse grote namen zoals de broers Haller, Ernst Ruegg en uiteraard vijfvoudig Europees kampioen Robert Grogg. Emil Bollhalder trad aan met zijn jongere broer Roland Bollhalder als co-piloot, en samen wonnen ze in 1979 de Europese titel. Op de vooravond dus dat de zijspancross-sport door FIM officieel werd erkend als wereldkampioenschap-discipline. De samenwerking tussen de broers Bollhalder verliep echter stroef, en toen het échte wereldkampioenschap in 1980 van start ging, verscheen Emil Bollhalder aan de start met zijn landgenoot Ruedi Manser aan zijn zijde. De Europese kampioen van 1979 zou in het eerste WK-jaar uiteindelijk slechts aan twee Grand Prix deelnemen, en kwam niet verder dan een bescheiden zevende en een tiende plek. In 1981 herpakte Emil Bollhalder zich. Halfweg het seizoen werd co-piloot Manser vervangen door een andere Zwitser, Karl Büsser . Het klikte meteen en Bollhalder en Büsser wisten zich in de tweede seizoenshelft nog op te werken naar plaats vier in de WK-eindstand.
In 1982 schoten Bollhalder en Büsser de hoofdvogel af. Regerend wereldkampioenen Van Heugten-Kiggen begonnen sterk dat jaar, namen meteen de leiding in handen,maar moesten daarna enkele nulscores slikken. Van de negen Grand Prix dat jaar, wisten Bollhalder-Büsser er drie te winnen (Pernes les Fontaines, Beenham Park en Slägelse). Uiteindelijk stribbelden de Duitsers Brockhausen-Rebele nog het felst tegen, maar ook zij konden niet verhinderen dat Bollhalder-Büsser reeds op de voorlaatse Grand Prix van het seizoen mathematisch zeker waren van hun eerste wereldtitel. De slotwedstrijd half september, stond geprogrammeerd in het Spaanse Guadalajara, zo’n vijftig kilometer noordwaarts van Madrid. De eerste manche werd er al verreden om halfelf ‘sochtends. Slechts zestien teams hadden de verplaatsing gemaakt. Kersvers wereldkampioen Emil Bollhalder was als toeschouwer aanwezig : Zijn co-piloot Karl Büsser had een week eerder,tijdens een wedstrijd in Zwitserland, zijn enkelbanden gescheurd. In deze slotwedstrijd wisten de wereldkampioenen van een jaartje eerder, Van Heugten & Kiggen,nog op te rukken van plek vier naar plek drie, en zodoende alsnog de bronzen medaille te pakken,na wereldkampioenen Bollhalder-Büsser en Brockhausen-Rebele. Daniel van Bellinghen – Raf d’Hollander waren eens te meer onze beste Belgische vertegenwoordigers met een negende plaats in de WK-eindstand.
Het jaar erop, in 1983 werden Bollhalder-Büsser opniéuw wereldkampioen. Er stonden toen tien WK-wedstrijden geprogrammeerd. Bij de eerste twee (Spanje en Engeland) diende telkens de tweede manche te worden gecancelled. Bollhalder-Büsser begonnen sterk aan het seizoen en namen direct het heft in handen. Enkel tijdens de vierde Grand Prix, die in het Nederlandse Lochem, stokte de Zwitserse puntenmachine. In het diepe, modderige Hollandse zand voelde Bollhalder zich allerminst in zijn sas, met zijn linkse bak. Hij liet de Nederlanders strijden om de topposities en stelde zich tevreden met één schamele zevende plaats. Het bracht de leiderspositie van de Zwitsers allerminst in gevaar, aangezien rechtstreekse concurrenten Brockhausen-Rebele zelfs helemaal niet scoorden. Bollhalder-Büsser wonnen vijf van de tien Grand Prix, en kroonden zich op het eind van het jaar voor de tweede keer tot wereldkampioen. Heel even werd het nog spannend toen Bollhalder in de achtste wedstrijd (in het Oostenrijkse Feldkirch) geveld werd door griep, en slechts één keer als achtste , strompelend de finish wist te halen. Concurrenten Brockhausen-Rebele wonnen toen de beide heats en naderden plots met rasse schreden op de Zwitserse koplopers. In de twee slotwedstrijden (Wohlen en Cingoli) zetten Bollhalder & Büsser echter de puntjes terug op de i, en werden alsnog onbedreigd wereldkampioen. Onze beste Belgen dat jaar waren ,jawel, Daniël van Bellinghen – Raf d’Hollander/Karel Torfs op een achtste plaats.
Eind 1983 hingen de tweevoudige wereldkampioenen Bollhalder-Büsser beiden hun helm aan de wilgen. Emil Bollhalder was de laatste rijder die wereldkampioen wist te worden op de toendertijd zeer populaire tweecilinder viertakt-motoren . Bollhalder verscheepte in de winter van 1983 zijn EML-Yamaha naar Australië waar hij met een plaatselijke co-piloot nog een serie van twaalf wedstrijden betwistte en er daarna zijn motor verpatste. De allereerste Zwitserse wereldkampioen Emil Bollhalder is nog steeds in leven, maar kampt de laatste jaren wat met gezondheidsproblemen. Co-piloot Karl ‘Charly’ Büsser runt in het Zwitserse Eschenbach, vlakbij de Obersee, een Renault garage.
(foto's FB - met dank aan R. vd Steen , M. Ripper, J. de With)
Terug naar overzicht