KAMPIOENSCHAP
KAMPIOENSCHAP
VEERTIG JAAR WERELDKAMPIOENSCHAP 1980 - 2020.
Ze prijken reeds enkele weken bovenaan op de banner bovenaan onze website , de allereerste wereldkampioenen ooit in de discipline zijspancross : De Duitsers Reinhard Bohler en Siegfried Muller. Ze werden wereldkampioen in 1980 , het eerste jaar dat FIM de discipline zijspancross als officieel wereldkampioenschap erkende. Het had dit jaar een feestelijk jubileumjaar moeten worden (1980 – 2020) voor het wereldkampioenschap zijspancross, met een grootse apotheose op de WK-finale in Rudersberg , waarvoor reeds grootse plannen waren gesmeed. Helaas, een Chinese vleermuis gooide roet , én een virus, in het eten. De komende weken blikken we op www.sidecarcross.be terug op 40 jaar FIM wereldkampioenschap, maar vooraleer het WK in 1980 het levenslicht zag, was er eerst dit :
De zijspancross discipline werd door FIM voor ’t eerst erkend in 1971. Van 1971 tot 1974 werd er gestreden om de ‘FIM-Cup’. In het allereerste jaar werden er tien wedstrijden verreden die mee telden voor de FIM-Cup. In eigen land werd er gereden op de Beerzelberg (nabij Leuven). In Nederland streden de driewielers in Rhenen. Ook o.a. Wohlen (CH), Kamp Lintfort (D), Pernes les Fontaines (F) en Kiev , dat toen nog bij de Sovjet Unie behoorde, prijkten toen al op de kalender.
De Nederlanders Rikus Lubbers en Bart Notten, kwamen in de eerste twee wedstrijden niet tot scoren, maar herpakten zich en werden alsnog afgescheiden als allereerste FIM-Cup winnaars gehuldigd in 1971.
Ook nog over dat allereerste FIM Cup kampioenschap in 1971 : De punten werden toegekend voor het dagklassement, niét voor de afzonderlijke manches. Als je het dagklassement won, kreeg je daarvoor 15 punten. Lubbers en Notten werden, na tien races, FIM-Cup winnaar met een totaal van 77 punten , op een Wasp-frame met een BMW motorblok, dat gaandeweg werd vervangen door het toen betrouwbaarder Norton motorblok. In de top tien dat jaar, prijkten maar liefst drie Zweedse combinaties.
De Belgen Gustaaf Cox en Albert Jans behaalden in 1971 als derde, de bronzen FIM-medaille. Het zou daarna nog twintig jaar (!) duren vooraleer er een tweede medaille kwam voor België (zilver voor E. Ramon en G. Strubbe in 1991) . Alois Dekort-Louis De Laet werden in 1971 tiende. Voor de Belgische superkampioen Leon Liekens, kwam dit FIM-kampioenschap te laat. Liekens was toen al over zijn hoogtepunt heen, en eindigde als 15de. Op de 29ste plaats vinden we ene Reinhard Bohler terug . . .
In 1974 werd voor de laatste keer gestreden om de FIM-cup. Vanaf 1975 heette het kampioenschap officieel ‘FIM Europees kampioenschap’. Dit zou duren tot en met 1979. In 1975 was het opnieuw een Nederlandse combinatie die als eerste de officiële Europese kampioenentitel zou behalen : Ton van Heugten en Dick Steenbergen wonnen het goud, voor de Zwitsers Grogg-Grabner en de Oostenrijkers Schneider – Fink. Beste Belgen waren Pierre Borms en José Castiaux op de 28ste plaats. Op de 16de plaats eindigde ene . . . Reinhard Bohler. De Belgische Grand Prix 1975 vond plaats in Hove, bij Mortsel. In Nederland werd er gereden in Makkinga. Rudersberg (D) , Roggenburg (CH) en Lacapelle Marival (F) stonden toen eveneens mee aan de wieg van dit FIM Europees kampioenschap.
Tussen 1971 en 1979 wist de Zwitser Robert Grogg maar liefst vijf Europese titels op zijn naam te schrijven. De Zwitserse broers Emil en Roland Bollhalder werden in 1979 de laatste Europese kampioenen, vooraleer in 1980 het allereerste officiële FIM wereld kampioenschap van start ging. De Zwitserse rijders werden dan ook aanzien als dé topfavorieten voor het allereerste officiële wereldkampioenschap in 1980. Ene Reinhard Bohler, die in 1979 negende werd in het FIM Europese kampioenschap werd niet bij de favorieten gerekend . . .
(foto's , van rechts naar links : R. Lubbers - B. Notten, allereerste FIM-Cup winnaars in 1971. Pierre Borms, best Belg in het Europese kampioenschap 1975, T. van Heugten - D. Steenbergen, allereerste FIM Europese kampioenen in 1975
Terug naar overzicht